Donderdag 12 december namen Hans Smits, CEO Havenbedrijf Rotterdam, en Jan van den Heuvel, directeur van de DCMR Milieudienst Rijnmond, We-nose in gebruik. Dit is een netwerk van elektronische neuzen in de Rotterdamse haven. Dat gebeurt bij de DCMR in Schiedam onder toeziend oog van prinses Laurentien van Oranje, die als adviseur betrokken is bij het netwerk van vooralsnog zo’n 90 neuzen. Dit aantal moet aanzienlijk groter worden zodat het in een belangrijk gedeelte van de haven de luchtkwaliteit van de haven kan bewaken. 

 

 

Enkele jaren geleden is DCMR Milieudienst in samenwerking met de Provincie Zuid Holland en de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond reeds begonnen met een proef met zogenoemde e-noses of elektrische neuzen. Dat is een instrument dat de luchtsamenstelling bepaalt en zo hinderlijke, gevaarlijke en ongezonde lucht /gassen kan identificeren. In deze proef betrof het 47 neuzen. Het Havenbedrijf en DCMR zijn tevreden hierover en hebben besloten een netwerk in gebruik te nemen dat de luchtkwaliteit van een groot gedeelte van de openbare ruimte van de haven in beeld brengt. Het netwerk bestaat nu uit 77 neuzen van het Havenbedrijf en 12 van Vopak, 4 van Maassluis en 1 van Deltalinqs. Het is de bedoeling dat het netwerk zich uitbreid tot meer dan 300 elektrische neuzen in 2016. 

 

We-nose communiceert draadloos via een centrale server met een database voor de data interpretatie, incident detectie en (geautomatiseerde) afhandeling van gebeurtenissen. Door de meldkamer van de DCMR wordt, naar aanleiding van het soort melding, gereageerd op de melding. Bedrijven kunnen straks dankzij de e-nose adequate maatregelen nemen om geuroverlast te voorkomen. 

 

We-nose is tot stand gekomen door een samenwerking van Havenbedrijf Rotterdam, DCMR, Provincie Zuid-Holland, Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Vopak, de gemeente Maassluis en de gemeente Rotterdam, waarbij het Havenbedrijf Rotterdam gezorgd heeft voor de eerste investering in de neuzen.