PAUL MATTHIJS SMIT – COPILOOT BIJ NOORDZEE HELIKOPTERS VLAANDEREN

Soms kan hij het gewoon nog niet geloven. Paul Matthijs Smit vindt dat hij in zijn handen mag knijpen met zijn beroep als copiloot bij NHV, Noordzee Helikopters Vlaanderen. “Ik werk hier nu een jaar en het voelt als een jongensdroom die uitkomt, echt waar!” aldus Paul. Tijdens de middelbare school was Paul al bezig om ingeloot te worden als helikopterpiloot bij Defensie. Hij kwam niet door de testen heen dus besloot hij Maritiem Officier te worden middels een opleiding aan het STC. Maar zijn ambitie voor helikopter vliegen liet hem niet los. Hij maakte de stap naar de speciale helikopterschool in Lelystad. Na de overweging om deze kostbare opleiding te volgen en na medische, psychologische en praktijktesten vloog hij anderhalf uur in een heli waarbij een examinator keek of hij aanleg had. Dat had hij.

Paul: “Ik behaalde na 45 vlieguren mijn PPL, het privébrevet. Om ervaring op te doen vloog ik 110 uur alleen om daarna mijn CPL te halen, het commercial pilot licence. Met 200 vlieguren op mijn naam ging ik op zoek naar een aan. Prompt werd ik gebeld door NHV en uitgenodigd voor een Jobdag. Ik had daar een kort gesprek met de manager en een trainer. Van de veertien genodigden mocht ik samen met een ander door. Kortom, ik had een baan als piloot!”

Helikopter beloodsen

NHV is in België gestart met het helikopter beloodsen. Naast de basis in Vlaanderen, zijn er meerdere wereldwijd. In onze regio hebben zij een contract met het Nederlandse Loodswezen. Deze laatste verzorgt 24 uur per dag de veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer van en naar Nederlandse havens.

Paul: “Hoe het werk van een helikoptercrew eruit ziet? Onze shifts bestaan uit een dag- en een nachtdienst. Onze captain hoort een aantal uren van te voren van het Loodswezen dat een schip beloodst moet worden. Ik woon tien minuten van de hangar naast het Loodswezen op de Markweg, dus ik kom vanuit huis. Mijn collega’s wonen tijdens hun shift met de crew in een huisje in Oostvoorne. Na de briefing van het Loodswezen zijn er alvorens ons vertrek een aantal voorbereidende werkzaamheden belangrijk. Dit is onder andere kijken naar het weer en het nalopen van de  heli op performance, gewicht en brandstof. Vervolgens begeven wij ons naar het ‘rendezvous punt’ op zee. Op bijvoorbeeld bulkcarriers en crude schepen kunnen wij landen op de helispot. Op minder grote schepen maken wij gebruik van de hoistkabel. De crew bestaat altijd uit een piloot, een copiloot en een hoist operator. Dit is diegene die de hoistkabel (staalkabel) bediend waarmee je personen op en neer kunt takelen. 

Tijdens de vlucht zorg ik als copiloot ervoor dat de piloot zich zo veel mogelijk kan focussen op de vlucht zelf zodat fouten worden vermeden. Ik kijk bijvoorbeeld op de radar naar de locatie van het schip waar wij de loods moeten droppen of ophalen en ik communiceer met de persoon aan de andere kant van de marifoon waar ik het scheepskanaal op ontvang.” Afhankelijk van het soort job, heeft de crew van NHV één of meer loodsen als passagier. Als het schip meerdere loodsen wenst of ze dienen meer dan één schip tegelijk te voorzien van loodsen, stappen er meer loodsen van het Loodswezen aan boord. In geval van een medisch ongeval heeft NHV ook een arts aan boord. 

Alle schepen met een diepgang van meer dan 17,5 meter (denk aan crudetankers en bulkcarriers) worden door NHV beloodst. Daar komen oproepen bij als het weer dusdanig tegenzit, veelal tijdens storm, dat het Loodswezen met de tender (loodsboot) het schip niet kan bereiken. Andersom pakt het Loodswezen onze taak op bij mist. Met deze weeromstandigheid kan er namelijk niet veilig genoeg gevlogen worden.

Paul: “Ik vind dit echt fantastisch werk! NHV heeft onlangs nieuwe heli´s gekocht die groter zijn en meer vermogen hebben dan de huidige. Ik hoop dat ik getraind wordt om deze te besturen. NHV heeft voornemens om uit te breiden naar Nederland, Den Helder om precies te zijn. Daarnaast hebben ze natuurlijk basissen in het buitenland. Bij NHV kan ik op den duur ook de mogelijkheid krijgen om vier weken in het buitenland te werken en vier weken terug in Nederland.”