De op- en overslag van olie is in deze tijd big business in de Rotterdamse haven. In het eerste halfjaar deed de haven goede zaken vooral door de toename van olieproducten met maar liefst 30 procent. In de Botlek, Europoort en op de Maasvlakte staan honderden tanks. Euro Tank Terminal (ETT) is een van de vele tankopslagbedrijven - naast bijvoorbeeld Vopak, MET, Team Terminal en de tanks van de grote raffinaderijen. Wout Wenselaar is de HR-manager van het moederbedrijf van ETT, VTTI geheten. In een gesprek over werkklimaat, milieu en veiligheid, innovatie en serviceverlening rolt ineens een geheimzinnige formule uit de mond van Wenselaar: ‘Olie moppert niet’! 

Al met al is dat is niet direct het beeld wat de buitenwereld van de tankopslag heeft. “Onze sector heeft de naam niet zo dynamisch te zijn. In de petrochemische industrie, de raffinaderijen, daar zou het allemaal gebeuren. En om eerlijk te zijn zit díe procesindustrie natuurlijk ook wel ingewikkelder in elkaar”, erkent Wenselaar.  

“Onze organisatie is plat en snel. Daar horen begrippen bij als direct, ongedwongen, flexibel en korte lijnen. Het  is typerend voor VTTI en zit echt in ons DNA.” 

Wout Wenselaar vervolgt: “Tot diep in de organisatie voelen mensen zich zélf verantwoordelijk voor hun eigen werk. Als medewerkers denken dat iets beter of efficiënter kan, verwachten wij van ze dat ze dat hardop zeggen. Zo gaat ook een salarisverhoging bij VTTI niet automatisch, maar volgt pas na goed presteren - na een goede performance.”

Waarom zit je hier aan tafel?

Tijdens sollicitatiegesprekken weet HR-man Wenselaar vaak al of hij een aanstaande collega met het gevraagde verantwoordelijkheidsgevoel voor zich heeft.  Hoe dan? “Het zit hem vaak al in de manier waarop ze een openingsvraag beantwoorden als: ‘Waarom zit je hier aan tafel?’ Zie je  zo’n vraag als een mooie kans om jezelf enthousiast en voluit te presenteren en je kwaliteiten te etaleren, dan weet ik vaak al dat het goed zit.”

Sollicitatiegesprekken zijn aan de orde van de dag,  want VTTI heeft groeiplannen: zo’n 50 % in de komende drie jaar. De opslagcapaciteit groeit dan van 8 naar 12 miljoen kub per jaar, zo is de bedoeling. “Voor een goede operator is daarom bij ons altijd plaats”, zegt Wenselaar dan ook volmondig.

Om de kwaliteit van de werkers in de olieopslagsector up-to-date te houden, evenals die van nieuw instromende operators, werken de gezamenlijke olieterminals momenteel aan een eigen specifieke opleiding tot tankoperator. Het is een aanvulling op bestaande operatoropleidingen die als “te algemeen” worden ervaren.  In de nieuwe lessen zal straks veel aandacht voor milieu en veiligheid zijn. Dat is niet zonder reden. De controles  (‘audits’) door de diverse  (milieu-)instanties zijn de laatste jaren flink toegenomen. Ook zijn er interne audits, door collega’s van andere VTTI-terminals.  Wenselaar: “Van medewerkers wordt nu meer dan ooit verwacht dat ze met een kritische blik naar hun eigen werk kijken.  De nieuwe opleiding helpt daarbij. Bijzonder is dat concurrerende olieopslagbedrijven in deze opleiding nauw samenwerken. Dat gebeurt onder de paraplu van branchevereniging VOTOB.”

Olieopslag is tamelijk basic: je hebt een tank, een steiger en pijpleidingen nodig. Valt daarin nog wel te innoveren? Wout Wenselaar antwoordt verrassend: “Olieopslag is vergelijkbaar met de hotelbusiness. De tank is het hotel, de olie is de hotelgast die een korte of langere tijd bij ons verblijft. Alleen: olie moppert niet. Daarom gaat de aandacht uit naar de eigenaar van de olie. We moeten op zijn stoel gaan zitten om erachter te komen wat zijn wensen zijn. Juist in de serviceverlening aan de klant zit de innovatie. In een hotel wil je ook snel en zonder rompslomp en wachttijd in- en uitchecken.”

Wout Wenselaar tot slot: “Ga maar na, een grote tanker die hier voor de kade ligt, kost al snel 40.000 dollar per dag. Als een schip dus een uur eerder geladen of gelost kan worden, scheelt dat onze klant  veel geld. Iedere verbetering in snelheid en efficiëntie van de afhandeling is dus letterlijk heel waardevol.”

VTTI kent een interne competitie voor verbeterideeën. ‘Slechte ideeën bestaan niet en als je eens een ‘innovator’ wilt zien, kijk dan in de spiegel’, zegt iemand uit het Innovatie Team in het personeelsblad M3. Medewerkers hebben ieder kwartaal de kans om in de prijzen te vallen. De beste ideeëninzender kan rekenen op een aantrekkelijke hoofdprijs: een weekendje weg.