interim-HR manager Cargill Refined Oils Europe
Door Jaap Luikenaar
Van tandpasta en frituurvet tot babyluiers, babyvoeding, chips, chocola en autobanden. De tropische olie die de raffinaderij van Cargill aan de Welplaatweg in de Botlek nog ‘geurloos, kleurloos en smaakloos’ verlaat, wordt verwerkt in wel héél uiteenlopende eindproducten. Het personeelsbeleid voor de ruim honderd vaste en vijftig contractors – voor het overgrote deel mannen – is in handen van Lotte van Hoesel. Zij is Rotterdamse in hart en nieren, eigenwijs en allerminst op haar mondje gevallen. Iemand die over de grenzen van het fabrieksterrein met havennummer 4140 kijkt. Op personeelsgebied heeft ze goede ideeën. ‘Havenbedrijven moeten informatie uitwisselen over goede sollicitanten die nét niet worden aangenomen, zodat ze alsnog voor het havengebied behouden blijven.’
‘Oh wee als je je mond houdt’, zei haar stage mentor vele jaren geleden toen ze als groentje bij Arbo Unie op de personeelsafdeling werkte en aan de overlegtafel mocht aanschuiven. Dat advies heeft ze in haar oren geknoopt. Sterker nog, het bleek een levensles die ze in al haar banen heeft toegepast. Even overwoog ze de politiek in te gaan. ‘Dat was een ongelukje’. De keus viel al snel op de studie Personeel en Arbeid. Een snuffelstage bij Arbo Unie beperkte zich nog tot vakantiekaarten inboeken. Maar al snel volgde het echte werk. Want na haar afstuderen rolde ze via via van de ene HR-functie (personeelszaken) in de andere. De puree- en frietproducent Farm Frites in Oudenhoorn, de Heinekenbrouwerij in Zoeterwoude, het BP-kantoor in Capelle aan den IJssel. Ze maakte er kennis met alle kanten van het personeelswerk. ‘Ja, ook met reorganisaties en afslankingen. Bij Heineken maar liefst zeven in tweeëneenhalf jaar…’. Sinds ruim een jaar is ze nu interim-HR manager bij Cargill en aan die periode komt later dit voorjaar een eind. Lotte is als ZZP-er verantwoordelijk voor het volledige HR-vlak. Hier is cultuur een onderdeel van. Heel simpel komt die erop neer om de afstand tussen de supervisors en medewerkers te verkleinen. ’Meer openheid, meer vertrouwen, dichter bij elkaar opereren. Daar gaat het om. De echte kennis bleef hangen bij een beperkt clubje mensen en werd niet geborgd. In plaats van doorgeven (‘want te druk’) ontstonden er eilandjes van kennis. Daar komt bij dat er flink wat personeelswisselingen waren. Dat bevordert de communicatie natuurlijk ook niet.’
Honderd overlegvormen
Meer vergaderen bleek niét de remedie. Lotte van Hoesel: ‘Na enig speur- en optelwerk kwamen we erachter dat er maar liefst honderd overlegvormen bestaan.’ En dat – even ter herinnering - tussen 110 medewerkers en 50 contractors. Aan die vergadercultuur komt nu langzaam maar zeker een eind. Voor Lotte is het een periode van flink buffelen. ‘Maar door steeds open te communiceren, eerlijk te zijn en dicht bij mezelf te blijven, kan ik lekker hard werken zonder dat ik er last van krijg. Ik hou van bouwen en ergens mijn tanden inzetten. Het geeft me gewoon energie.’
"Oh wee als je je mond houdt!"
Geen crisis
Cargill lijkt ondertussen de crisisjaren goed door te komen. De raffinage van kokos-, palm- en palmpitolie groeit gestaag. ‘Nee, bij ons geen ontslagen, we hebben juist personeelsuitbreiding gekend in de afgelopen jaren.’ Volgens Lotte van Hoesel mede doordat Cargill niet beursgenoteerd is. ‘Het is een familiebedrijf. De winst verdwijnt niet alleen in de portemonnee van de aandeelhouders, maar gaat terug naar de fabriek.’ Desondanks merkt ook Cargill dat het vervullen van vacatures geen gemakkelijke klus is. ‘We zijn een voedingsmiddelenbedrijf te midden van de petrochemie en kennen andere arbeidsvoorwaarden’. Persoonlijk gaat het haar niet alleen om de primaire beloning. ‘Bij ons werk je in een heel milieuvriendelijke, veilige en betrouwbare omgeving. Toch iets anders dan in de chemie. En dat telt voor mij ook. Bovendien kan er op veel vlakken nog professioneler gewerkt worden dan nu. Op onderhoudsgebied bijvoorbeeld valt nog zoveel te ontwikkelen de komende jaren. We gaan daarnaast nog uitbreiden en in augustus is er eveneens al een nieuwe fabriek in bedrijf genomen op ons terrein. Uitdagingen genoeg dus’, concludeert Lotte, die vindt dat Cargill zich best wat sterker mag profileren. Ook binnen de HR-wereld (Human Resources) heeft Lotte van Hoesel nog een flink wensenlijstje. Zij zou graag zien dat bedrijven in de haven meer gaan doen met arbeidsmarktcommunicatie. Meer inspelen op hoe jongeren een baan zoeken, bijvoorbeeld. We denken hier nog te traditioneel. De rol van social media is veel groter dan we nu denken.’ En om de haven- en industriebranche voor huidige medewerkers aantrekkelijker te maken, heeft ze tot slot volop ideeën. Meer samenwerking en uitwisseling van personeel – en elkaar attenderen op goede sollicitanten. Of informatie uitwisseling over medewerkers aan wie een bedrijf geen carrièreperspectief meer kan bieden, maar die nog wel bij een buurbedrijf hogerop kunnen komen. Meer kennisnetwerken op het gebied van personeel, milieu en veiligheid. Jobrotation, gedeelde traineeships en detachering met gesloten beurs. Wat zei haar stage-mentor jaren geleden ook al weer: oh wee als je je mond houdt!
terug naar overzicht